De afgelopen jaren heeft er in de Nederlandse woningbouw een serieuze verschuiving plaatsgevonden van bouwen op de bouwplaats naar assemblage op de bouwplaats van geprefabriceerde bouwelementen en – componenten. Kwaliteit, doorlooptijd van het bouwproces, het voorkómen van faalkosten en gebrek aan gekwalificeerd bouwpersoneel, zijn veelgebruikte argumenten om steeds meer prefab te gaan bouwen. Prefab bouwen gaat gemakkelijk met houten elementen, HSB of CLT. Licht van gewicht en gemakkelijk luchtdicht te assembleren.
Tegelijkertijd is er een sterker duurzaamheidsbesef ontstaan. De productie van de bouwmaterialen die wij gebruiken, draagt tot op heden 11 % bij aan de jaarlijkse uitstoot van CO₂. En CO₂ is van alle broeikasgassen voor omstreeks 80% verantwoordelijk voor de huidige snelle opwarming van de aarde. Vandaar dat de meeste landen ter wereld – waaronder Nederland - zich via het Klimaatakkoord van Parijs hebben vastgelegd op een sterke reductie van de CO₂ uitstoot, vóór 2050. De circulaire gedachte die inmiddels breed gekoesterd wordt, is hiervan een exponent.
In het kader van de circulaire economie wordt om de CO₂ uitstoot terug te dringen gebruik gemaakt van de zogenaamde R-ladder. Producenten van CO₂ intensieve bouwmaterialen roepen om het hardst, dat hun materialen op termijn gerecycled kunnen worden. Maar Recycling is bijna de laagste trede van de R-ladder. En heeft dus in verhouding een slechter effect dan de bovenliggende treden. Uiteraard, want het recyclen kost ook inspanningen, energie etc.
Toepassing van biobased bouwmaterialen waar dit kan, draagt daarom sterk bij tot het behalen van de klimaatdoelstellingen van Parijs.
Vaak wordt bij product-marketing opportunistisch voorbij gegaan aan de hoogste trede van de R-ladder. Puur vanuit eigenbelang van de producent gezien wellicht begrijpelijk, want anders vallen “hun” producten met een slechte footprint tot 2050 af (want niet Paris Proof).
De hoogste trede wordt namelijk gevormd door Refuse of Rethink: stap af van producten of materialen die u eigenlijk niet nodig hebt. Het is deze trede, die ook leidt naar de toepassing van biobased materialen waar dat mogelijk is. Die slaan immers CO₂ op, in plaats van dat dit bij de productie wordt uitgestoten. Toepassing van biobased bouwmaterialen waar dit kan, draagt daarom sterk bij tot het behalen van de klimaatdoelstellingen van Parijs.
In de “wereld van de kozijnen” is de keuze voor houten kozijnen vrijwel altijd een bouwkundig en bouwfysisch haalbare keuze. Níet zeggen dat dit niet kan, dus! Ook níet zeggen dat de levensduur van houten kozijnen het probleem is. Klopt niet! En de meest duurzame houten kozijnen, kennen ook nog eens een schilderinterval, waarbij gedurende de eerste 25 jaar slechts één keer geschilderd hoeven te worden. Dan zien ze er weer als nieuw uit, in welke kleur dan ook. En er zijn montagesystemen, die dezelfde super-duurzame houten kozijnen ook nog demontabel en remontabel maken. Denk aan ClimateProof kozijnen in combinatie met het montagesysteem vinEasyfit.
Neem contact op met Van de Vin ramen en kozijnen om een afspraak te maken en de concrete bewijsvoering onder ogen te zien. @producenten van prefab gevelelementen: Van de Vin staat u ook terzijde om optimale inbouwdetails in de fabriek te realiseren. En kies vervolgens voor échte duurzaamheid; Paris Proof!