De combinatie van enerzijds klimaatverandering met langdurig warme zomerdagen met anderzijds perfecte luchtdichting van woningen, heeft voor de nieuwbouw geleid tot regelgeving op het punt van ‘maximaal toegestane binnentemperaturen’. In het kader van BENG geldt hiervoor immers de TO-juli eis, die overigens weer strenger wordt per 1 juli 2024. Maar ook recentelijk energetisch gerenoveerde of binnenkort te renoveren woningen, hebben feitelijk met dezelfde uitdagingen voor bewoners te maken.
Actief koelen van woningen is duur, en levert lang niet altijd het gewenste resultaat op. Het letterlijk ‘buitenhouden’ van zonlicht en warmte, bijvoorbeeld via zonweringen, is een effectieve positieve factor. En vaak ten opzichte van actieve koeling ook efficiënt.
Zomernachtventilatie draagt bij om ‘stapeling’ van hoge buitentemperatuurinvloeden gedurende aaneengesloten warme dagen in de woning te voorkomen. Door zomernachtventilatie wordt namelijk ’s nachts koelere lucht van beneden naar boven door verschillende ruimtes in de woning geleid, terwijl de warmere lucht uiteindelijk bovenin ‘ontsnapt’. Dit kost weliswaar geen energie, maar vergt wel passende actie van de bewoner(s). Een voorbeeld van passende actie is het op de begane grond openzetten van draaikiep ramen en van de deuren vanuit die geventileerde ruimtes, naar de bovenste verdieping waar de warme lucht in voldoende mate moet kunnen wegstromen.
Er kan ook gebruik worden gemaakt van duurdere automatisch gestuurde mechanische systemen.
Wanneer bijvoorbeeld een WTW-systeem wordt toegepast, dient dit gericht op zomernachtventilatie voorzien te zijn van een zogeheten ‘by-pass’, zodat vrije koeling toegepast kan worden. Door deze by-pass, wordt gedurende een zomernacht koele lucht niet ongewenst opgewarmd.
Er zijn dus meerdere wegen die naar Rome leiden. Met verschillende gradaties van effectiviteit en efficiëntie. Maar zomernachtkoeling is ook in Nederland aan een onstuitbare opmars bezig.